Oracle 12c-architectuur en installatie

• Bestanden waaruit de database bestaat. Gegevensopslag.
• Geheugenruimten. Achtergrondprocessen.
• Transactiebeheer.
• Taken van een beheerder.
• Vereisten naargelang van de systemen. Installatietaken onder Unix.
• OFA-architectuur. Gebruik van Oracle Universal Installer (OUI).
• Installatie in de interactieve of stille modus.
• RAC-architectuur.
• Multitenantarchitectuur (CDB) en de ingevoegde databases (PDB).
• EM Database Express en SQL Developer.
• ASM-architectuur (ASM = Automatic Storage Management).

Aanmaak en verwijdering van databases

• Oracle Managed Files (OMF’s) begrijpen en gebruiken.
• Opslag in ASM-schijfgroepen.
• De databaseconfiguratiewizard.
• Aanmaak en beheer van een CDB-container en een ingevoegde PDB-database.

Instantiebeheer en netwerkconfiguratie

• Identificatiecontrolemethoden, SYSDBA, SYSBACKUP, SYSDG, SYSKM.
• Instelling van de instantie met PFILE of SPFILE.
• Opties voor het stoppen en starten van een instantie.
• Een CDB-container en een ingevoegde PDB-database starten en stoppen.
• Weergaven: dynamisch, data dictionary.
• Traceringsbestanden, waarschuwingsbestand en ADR-raamwerk.
• Netwerkconfiguratie, configuratie van Oracle Net Services, servicebeheer.
• Beheer van een ASM-instantie en van Oracle Restart met crsctl en srvctl.

Beheer van het controlebestand en de logboekbestanden

• Functies van het controlebestand. De inhoud ervan.
• Multiplexing van het controlebestand.
• Aanmaak en beheer van logboekbestanden.
• ARCHIVELOG-modus. Beheer van gearchiveerde bestanden.

Beheer van logische schijfruimten

• Aanmaak van een permanente, tijdelijke en undo-tabelruimte.
• Een standaard permanente, tijdelijke en undo-tabelruimte definiëren.
• Permanente en tijdelijke tabelruimte in de multitenantarchitectuur.
• Vergroting/verplaatsing online van een tabelruimte.
• Groep tijdelijke tabelruimtes en een comprimering van een tijdelijke tabelruimte.

Structuren van de database

• Opslagstructuur.
• Instellingen voor de opslag van tabelruimten.
• Extents gebruiken.
• Structuur van een databaseblok.
• Opslag van BLOB- of CLOB-gegevens.
• Statistieken en informatie over de opslag van tabellen.
• High Water Mark en koppeling van blokken.
• Opslagreorganisatie en ongebruikte ruimten.
• Analyse van de activiteit, compressie en automatische verplaatsing van gegevens.

Beheer van objecten

• Externe en tijdelijke tabellen.
• Index: B*-tree, bitmap en gebaseerd op een functie
• Indexgeorganiseerde tabellen (IOT’s).
• Partitionering van tabellen, indexen en IOT's.
• Gematerialiseerde weergaven.

Beheer van annulatiegegevens

• Undo-segmenten en de bewaarperiode van annulatiegegevens.
• De bewaring van annulatiegegevens garanderen.
• De Undo-wizard gebruiken.
• Flashback Database.
• Flashback Query, Version Query en Transaction Query.
• Flashback archive en gebruik van Flashback table.

Gebruikersbeheer en beveiliging

• Aanmaak van een lokale of gemeenschappelijke gebruiker.
• Verlopen en historisering van wachtwoorden.
• Systeem- en objectbevoegdheden die lokaal of gemeenschappelijk zijn toegekend.
• Lokale en gemeenschappelijke rollen. Profielen.
• Resources beheren in een database.

Invoegtoepassingen

• Het AWR-raamwerk en de ADDM-monitor beheren.
• Alarmdrempels definiëren en geautomatiseerde taken gebruiken.
• Voorstelling van de Datapump-architectuur.
• Implementatie van auditsporen.