Presentatie en herhalingen

• De verschillende interpreters: Bourne Shell, Korn Shell, Bash, C Shell, Tcsh...
• Beschikbaarheid van de interpreters op de verschillende Unix-systemen.
• Analyse over de normalisatie (effecten op het schrijven van scripts).
• GNU-inputs (gawk, gsed...).
• Verschillen tussen Bourne Shell/Korn Shell/Bash.

Programmering met scripts

• Ontwikkelingstools.
• Scriptuitvoeringsmechanisme.
• Regels voor het zoeken van commando's.
• Uitvoeringsprincipes van een commando (exec, pipeline, subshell, background...).
• Uitvoeringsprincipes van een script.

Basismechanisme.

• Lezen en analyseren van de commandoregel.
• Uitbreiding van accolades, ontwikkeling van de tilde, vervanging van de parameters.
• Vervanging van commando's en rekenkundige evaluatie.
• Escape-procedés (banalisatie).
• Omleidingen (standaard in- en uitgang, bestanden, buizen, online document).

Interactieve werking

• Aanroepen van de shell (opties).
• De verschillende opstartbestanden.
• Kennis van omgeving (variabelen, aliassen, functies).
• Geschiedenis en herhaling van de commando's.
• Controle van jobs.
• Complementering van namen.
• Beëindiging van de shell.

Draagbare shell scripts bouwen (ksh/bash)

• Interface met een shell script.
• Structurering van een shell script. Kennis van subshell.
• Een shell oproepen: de verschillende methodes. Bruikbare opties. Aanvullende informatie over de omgeving. Opties en argumenten.
• Inleiding over de shell script: wie interpreteert de shell script? Opmerkingen.
• Positieparameters (initialisatie, opslag, verschuivingen).
• Lokale variabelen. Globale variabelen.
• Verklaring en zichtbaarheid van de functies.
• Output van de shell script. Outputfunctie. Gebruikte conventies. Returnwaarde. Aaneenschakeling van shell scripts.
• Controlestructuren van de shell: eenvoudige commando's, pipelines, lijsten van pipelines.
• Samengestelde commando's, subshells en functies. Selectie- en iteratiemechanismen. Menu's.
• Inputs/outputs. Interacties met het systeem. Argumenten op de commandoregel.
• Testbewerkingen. Aanvullende informatie over de instructies. Lokale omleiding in commandobestanden.

Robuustheid, debugging

• Robuustheid van een shell script: de initialisatie van de variabelen controleren.
• Geavanceerd beheer van de argumenten op de commandoregel (getopts).
• Tests op het type variabelen (expr). Het eval-commando.
• Beheer van de signalen.
• Benoeming en verwijderen van tijdelijke bestanden.
• Speciaal geval van uitvoering van een shell script via cron (crontab).
• Een shell script debuggen: debug-commando's.
• Traceersignalen. Loggen.
• Loggen.

Extensies van Korn Shell en Bash

• Tabellen met variabelen.
• Specifieke notaties.
• Rekenkundige bewerkingen.
• Gevolgde aliassen.
• Begrip co-proces.
• Specifieke interne commando's.

Aanvullende tools (grep, find, sed, awk)

• Ondersteunende tools voor de creatie van scripts: grep en find.
• Rationele uitdrukkingen: grep tool.
• Bestanden zoeken en verwerken: find tool.
• Sed: principes en aspecten van scripts. Eenvoudige commando's voor zoeken, vervangen en invoegen.
• Manipuleren van tekst streams met sed. Overzicht van geavanceerde commando's.
• Algemene elementen voor programmering met awk. Gebruik van variabelen en functies.
• Volledige voorbeelden van awk scripts (systeemstatistieken, berekeningen...).
• Presentatie van geïntegreerde awk-functies: wiskundig, stringverwerking, interactie met het systeem...
• Optioneel online: AVIT®-certificering binnen 4 weken plannen en volgen.